Ideeën voor een weerbare stad


Opdrachtgever:
Pre-Triënnale Brugge 2020
Locatie:
PLATFORM Brugge, België
Type:
Concept - Tentoonstelling
Data:
Tentoonstelling 25-30/08/2020
Fase:
Gerealiseerd
Foto's:
Ruth Pattyn


Tentoonstellingsproject voor de Pre-Triënnale Brugge 2020

De gezondheidscrisis van 2020 creëert nieuwe ruimtelijke problemen, maar vergroot ook vaak bestaande problemen, of maakt ze beter zichtbaar. Binnen deze denkoefening gaan we op zoek naar ‘stedelijke schokdempers’: gebouwen, ingrepen of structuren die een meerwaarde betekenen voor het stedelijke leven én die in geval van crisis een extra functie kunnen opnemen. Elke vingeroefening vormt de aanleiding voor een reflectie over de inrichting en het gebruik van private en publieke ruimte.

De parkwachterwoning
De parkwachter zorgt voor het park. Hij onderhoudt de grasvlaktes, snoeit de struiken en plant nieuwe bomen. Hij is de hele dag aanwezig en fungeert als een aanspreekpunt. Hij verwelkomt bezoekers en leidt hen naar het beste plekje voor een zonnige zondagpicknick. De parkwachter beschermt het park ook. Als de ganzen broeden, maant hij de bezoekers aan tot voorzichtigheid. Als het gras drassig is, behoedt hij hen van natte schoenen. Hij regelt ook de sociale code in het park. Hij houdt het aantal bezoekers in de gaten, verplaatst de banken of maakt kleinere zitplekjes. Als het moet, overnacht hij zelfs in het park. Wat er ook gebeurt, het park sluit nooit en de buurtbewoners kunnen altijd terecht in hun park. Het ontwerp van de parkwachterwoning vertrekt van een eenvoudig programma: een atelier, een studio voor kort verblijf en een uitkijkpunt. De speelse volumetrie van het gebouw refereert naar historische parkpaviljoenen. De materiaalkeuze zoekt dan weer aansluiting bij functionele loodsen. Typologisch dialogeert het ontwerp met een rijke traditie van wachtgebouwtjes en conciërgewoningen, waaronder sluis-, bos-, brug-, baan-, sein- en veldwachterswoningen.

De ontsnappingsplek
De gezondheidscrisis veroorzaakt rusteloosheid in vele huishoudens. Woonruimtes worden plots ook studeerplekken of werkplekken. Mensen besteden elk uur van de dag thuis en de grens tussen werk en vrije tijd vervaagt. Vooral bewoners van kleine appartementen of woningen zonder private buitenruimte worden hard getroffen. De ontsnappingsplek biedt – letterlijk - een uitweg. Het is een plek waar je even ontsnapt aan de drukte van de wereld. Waar je alleen kan zijn. Je tuurt er in de verte en ziet de laatste zonnestralen achter de horizon verdwijnen. Je luistert er naar de vogels tussen het riet. Je zet er alles op een rijtje terwijl je drijfnat wordt van de striemende regen. Het is een plek om uit te waaien, de gedachtenmolen stil te leggen en de wereld in je op te nemen. De ontsnappingsplek is vele plekken. Het is een welomlijnde publieke plek op menselijke schaal die door inwoners van de buurt kort ‘geclaimd’ kan worden. Publieke en private gebouwen, toeristische attracties die geen bezoekers zien en publieke ruimte kunnen allen ontsnappingsplekken faciliteren. Trappen, balustrades, luifels en passerellen ontsluiten en omkaderen de plekken en maken ze tot integraal deel van de publieke ruimte. Samen vormen de ontsnappingsplekken een ietwat verborgen netwerk van verrassende plekken in de publieke ruimte.

Het wijkdepot
Het wijkdepot herorganiseert de goederenstromen in en rond de stad. Het is een lokale schakel in het transportnetwerk die toelaat om snel in te spelen op veranderende noden. Pakjes en goederen worden er aangevoerd via (klein) vrachtverkeer, kort gestockeerd of meteen overgeladen op elektrische bootjes. De bootjes verdelen de goederen verder in de binnenstad. De wijkdepots kunnen uitgroeien tot belangrijke polen in een korte keten-economie, doorgeefluiken tussen stad en platteland. In crisistijd kan de goederenstroom omdraaien: producten die in het centrum geproduceerd worden, maar niet langer aan toeristen verkocht kunnen worden, komen nu per boot naar het wijkdepot, waar de inwoners van de randgemeenten ze oppikken. Het wijkdepot vervult zo ook een gemeenschapsfunctie. Op het dak vinden buurtfeesten, buitensport en ontspanning plaats met een weids zicht op de binnenstad. Zowel de werking als de verschijningsvorm van het wijkdepot verwijst naar historische stadshallen en entrepôts. Door zijn positie langsheen de stadsrand sluit het wijkdepot ook aan bij de bestaande grote volumes in de omgeving waaronder stadspoorten, windmolens, flatgebouwen en grote baanwinkels.

Het sportpark
Hoewel broodnodig voor toeristische steden, vervallen toeristische bezoekersparkings snel tot lege en onbenutte asfaltvlaktes wanneer de toeristen wegblijven. De sportparking is een pleidooi om dergelijke infrastructuur ter beschikking te stellen van de inwoners door middel van dubbel gebruik. Rondom een parkeerterrein staat een luifel waarin voorzieningen zoals kleedkamers en opbergruimte verwerkt zijn. Trappen ontsluiten een rondgang bovenop. Bussen met toeristen parkeren er op gemarkeerde kleurvelden. Tijdens het wachten, maken de chauffeurs gebruik van de faciliteiten, wandelen ze op de luifel of verpozen ze in de schaduw. Vanaf de vooravond, wanneer de toeristen vertrekken, en in tijden van crisis, wanneer de bussen helemaal wegblijven, trekken de inwoners van de stad naar het terrein. Het materiaal wordt uit de bergingen gehaald en de parkeervelden doen dienst als sportvelden. Supporters en toeschouwers slaan het schouwspel toe van op de luifel. Binnen handbereik van de binnenstad, ontwikkelen bezoekersparkings zo tot sites voor actieve buitenactiviteit.

De winkelwoonluifel
Winkelstraten zijn vaak monofunctioneel geprogrammeerd: er wordt amper gewoond. De verdiepingen boven de winkels zijn moeilijk of niet toegankelijk en staan leeg of dienen als stockageruimte. Wanneer winkels de deuren (moeten) sluiten tijdens crisismomenten, blijven de straten leeg achter ... De winkelwoonluifel is een voorzetstructuur langs de gevels in winkelstraten. De luifel ontsluit de verdiepingen waardoor er gewoond kan worden. De structuur is soms smal, maar waaiert ook uit en vormt opgeheven pleintjes. De luifel brengt diversiteit en groen in de straat. Naast winkelen wordt het wonen zichtbaar en voelbaar; de bewoners gebruiken de luifels als balkon of daktuin. Wanneer de winkels sluiten, gaat het leven in de straat gewoon door. De bewoners beschikken er dan zelfs over meer ruimte. Vanop hun balkon dalen ze af en claimen ze de lege straat. Kinderen voetballen en maken krijttekeningen. Wanneer het sociaal regime in de winkelstraat wijzigt, ondersteunt de luifel het veranderende gebruik van de publieke ruimte. De luifel bakent zones af en vergemakkelijkt zo het structureren van mensenstromen en het organiseren van wachtrijen voor drukbezochte winkels. Mensen kunnen er overdekt wachten en eventueel wordt een deel van de wachtrij naar het bovenliggend niveau geëvacueerd.